Veel voorkomende aandoeningen hond en kat
Huidproblemen
Huidproblemen zien we vaak bij honden en katten. Vaak gaat het gepaard met jeuk wat voor uw huisdier erg vervelend is. Aanhoudende jeuk zorgt ervoor dat uw huisdier veel likt en krabbelt waardoor de huid geïrriteerd en ontstoken kan raken, dit verhoogt de jeukprikkel en hierdoor verergeren de huidklachten. Deze cirkel van problemen willen we doorbreken door op zoek te gaan naar de onderliggende oorzaak van de huidklachten en daarnaast de eventuele ontsteking en jeuk ook behandelen.
Helaas kunnen huidklachten soms best gecompliceerd zijn. Om de onderliggende oorzaak te achterhalen is vaak een stapsgewijze aanpak nodig.
Aanpak en behandeling huidproblemen
Als uw dier met huidklachten komt, willen we vaak best veel erover weten: hoe lang het speelt, of in bepaalde omstandigheden de jeukkachten erger zijn, of uw dier wel jeuk heeft (krabbelt, bijt, likt). Daarnaast is het voor ons ook belangrijk om te weten of het al vaker opgetreden is. En willen we ook graag weten wanneer uw dier voor het laatst ontworming en ontvlooing gehad heeft.
De huid en de vacht zullen we grondig inspecteren en als nodig afkrabsels of huidmonsters nemen om onder de microscoop te bekijken. Dit doen we om te controleren op parasieten. Als de huid erg geïrriteerd is, dan zullen we het monster ook gebruiken om te kleuren en te controleren op diepe ontsteking, gisten en bacteriën om dit, als nodig, te gaan behandelen.
Als we met het onderzoek van het huidafkrabsel geen oorzaak hebben kunnen vinden dan kan het dat er andere oorzaken aan ten grondslag liggen. Afhankelijk van de ernst van de klachten zullen we de jeuk aan gaan pakken en gaan bespreken hoe we verder moeten gaan kijken naar een mogelijke oorzaak. Er kunnen onderliggende ziektes zijn die voor huidproblemen zorgen, maar er kunnen ook allergieën aan ten grondslag liggen. Afhankelijk van hoe de huidproblemen zich presenteren zullen we kiezen voor aanvullend onderzoek van de huid (bijvoorbeeld biopten van de huid om stukjes weefsel na te laten kijken) of het opwerken van mogelijke allergieklachten.
Zeker als de huidklachten vaker voorkomen of snel terugkomen na behandeling dan is het verstandig om allergieën in het achterhoofd te houden. Allergieën kunnen zich ontwikkelen tegen bepaalde omgevingsfactoren (denk aan pollen tijdens bepaalde seizoenen, huisstofmijt, etc) of kunnen zich ontwikkelen tegen bepaalde eiwitten in het voer (vaak zijn dit dierlijke eiwitten zoals rund, kip, varken etc). Allergieën tegen eiwitten in het voer testen we door uw huisdier heel strikt voor tenminste twee maanden op een hypoallergeen dieet te zetten, in dit voer zijn de dierlijke eiwitten zo klein gemaakt dat het lichaam die niet als allergenen ziet. Als er sprake is van een voedingsallergie dan zou er na twee maanden stikt op het hypoallergene voer 70% verbetering moeten zijn qua jeukklachten. Hierbij is het heel belangrijk om u te realiseren dat een koekje van iemand op straat, iets van straat pikken of stiekem wat mee-eten van uw andere huisdier deze twee maanden voorkomen moet worden. Als ze toch iets anders eten, dan moet er vanaf dat moment opnieuw twee maanden aangehouden worden omdat elk ander voer een allergische prikkel kan geven waardoor de jeukklachten weer komen.
Als na 2 maanden strikt op een hypoallergeen dieet geen verbetering te zien is in de huidklachten, dan zou er idealiter een ander hypoallergeen dieet gegeven moeten worden voor strikt twee maanden om zeker te zijn dat voer niet mee speelt. Als voer een rol speelt, kan er in het bloed aanvullend gekeken worden welke allergenen uw hond het meest op reageert: dat is geen test om voedingsallergie aan te tonen, maar een test om specifieker te weten welke eiwitten een belangrijke rol spelen in de allergieklachten als we al weten dat er een voedingsallergie speelt.
Als blijkt dat voer geen rol speelt in de huidklachten, dan moet er gekeken worden naar omgevingsallergenen dit kan met een test op allergenen in het bloed of met een huidtest waarbij we allergenen onder de huid spuiten en kijken wat de reactie van de huis hierop is.
Op onze praktijk doen we het meest vaak een test waarbij allergenen in het bloed nagekeken worden. We nemen dan bloed af en sturen dit in, het bloed wordt dan op tenminste 20 omgevingsallergenen getest. Als blijkt dat er omgevingsallergenen positief uit de test komen, dan wordt er een plan opgesteld voor desensibilisatie. Desensibilisatie houdt in dat alle positieve allergenen een mengsel van wordt gemaakt en deze, speciaal voor uw huisdier gemaakte, combinatie van allergenen worden opbouwend in kleine hoeveelheden toegediend over een periode van 9 maanden. Na 9 maanden wordt gekeken hoe het gaat me de jeuk: het kan dat de desensibilisatie gestopt kan worden omdat de jeuk weg is, het kan ook dat de desensibilisatie doorgeven moet worden maar met een langer interval tussen de prikjes en het kan dat het nog onvoldoende werkt en het langer gegeven moet worden of aangepast moet worden.
Hieruit blijkt wel hoe gecompliceerd huidklachten kunnen zijn. Omdat de kans op complicaties en andere aandoeningen van de huid zo groot zijn bij dieren met allergie, is een regelmatige controle erg belangrijk. Soms denken we dat de therapie niet goed is of niet aanslaat maar dan blijkt dat er andere onderliggende huidklachten naast spelen.
Samenvattend
- Terugkerende huidproblemen opwerken is vaak een langdurig traject waarbij er veel geduld en toewijding van eigenaar nodig is.
- Regelmatige controles bij langdurige huidproblemen is belangrijk om onderliggende / complicerende factoren op tijd op te merken en te behandelen
Oorproblemen
Oorproblemen kunnen heel vaak samengaan met huidproblemen. De binnenzijde van de oorschelp en de hele uitwendige gehoorgang (van de oorschelp tot aan het trommelvlies) is huid. En juist de huid in het oor kan zit meer afgesloten door bijvoorbeeld een overhangende oorschelp, haren in de gehoorgang of de productie van veel cerumen waar bacteriën zich graag in ophopen.
Oorproblemen bij uw huisdier tonen zich door veel schudden met de kop, schuren met de kop langs voorwerpen en/of veel krabbelen aan het aangedane of beide oren. Tijdens schuren en krabbelen kan uw dier piepen of janken omdat het erg veel pijn kan doen. Als uw dier veel krabbelt of schudt, kan het voorkomen dat er een bloedvaatje in de oorschelp kapot gaat, er ontstaat dan een othematoom (een bloedoor) dit zorgt voor nog meer pijn bij uw dier. Het is daarom verstandig om ook al geringe aanwijzingen voor oorproblemen, de oren van uw huisdier te laten controleren. De oorschelp kunt u zelf thuis beoordelen, is deze rood en warm dan moet daarnaar gekeken worden. De uitwendige gehoorgang kan alleen met een otoscoop beoordeeld worden en is erg belangrijk. We beoordelen de oorschelp en de uitwendige gehoorgang op ontsteking en roodheid, ook kijken we of er veel materiaal in de gehoorgang aanwezig is bij ophoping van veel oorsmeer dan zal de gehoorgang gespoeld moeten worden. Verder kunnen we controleren of er geen vreemde voorwerpen, zoals grasaren, in de gehoorgang zitten. Daarnaast kunnen er bij dieren woekeringen in de gehoorgang zitten, zoals poliepen, die voor problemen kunnen veroorzaken. Een belangrijk deel van het onderzoek aan het oor en de gehoorgang is ook beoordeling van het trommelvlies. Om bepaalde medicatie in te kunnen zetten, moeten we zeker weten dat het trommelvlies intact is. Afhankelijk van de klachten, kan het dat we een swab afnemen uit de gehoorgang, we controleren deze swab onder de microscoop op parasieten (zoals oormijt) en bacterien en gisten. Dit geeft ons extra informatie om te weten welke behandeling we het beste in kunnen zetten.
Vaak kan de behandeling van het oor gestart worden met een oorzalf in de gehoorgang. Mocht dit niet zo zijn, dan kan het dat uw dier tabletten mee moet. Als er geen bactieren bij betrokken zijn, dan kan het voldoende zijn dat we het oor van uw dier met een reiniger gaan behandelen.
Bij vaak terugkomende oorklachten, moeten we ook aan onderliggende aandoeningen, zoals bijvoorbeeld een allergie, denken en daarmee aan de slag gaan.
Als er een behandeling met antibiotica zalf of tabletten is ingezet, is het erg belangrijk dat we de oren van uw huisdier controleren voordat de behandeling is afgelopen om ervoor te zorgen dat de ontsteking helemaal over is en de klachten niet op korte termijn weer terugkomen doordat we niet lang genoeg behandeld hebben.
Samenvattend:
- Kom ook bij milde klachten langs om de gehoorgang te laten controleren
- Bij terugkerende klachten moeten we naar onderliggende dingen gaan kijken
- Aanvullend onderzoek zoals het afnemen van een swab kan nodig zijn om een goede therapie in te zetten
Oogproblemen
Oogproblemen uiten zich bij uw dier door veelvuldig knijpen met het oog, een verhoogde tranenvloed, veel met de voorpoten langs het oog wrijven, schuren met de kop langs voorwerpen in huis. Ook kan het dat de oogbol wat terug getrokken wordt bij pijn aan het oog, dan zal het derde ooglid van uw huisdier zichtbaar zijn voor het oog. Het derde ooglid hebben mensen niet, dit is normaliter niet zichtbaar bij een gezond oog. De oorzaken hiervan kunnen heel divers zijn. Bij bepaalde rassen dieren komen oogproblemen wat vaker voor. Bijvoorbeeld bij kortsnuitige rassen, kunnen de traanbuizen minder goed aangelegd zijn en daardoor voor problemen zorgen Sommige dieren kunnen in aanleg te weinig traanproductie hebben waardoor hun ogen te droog zijn en dat voor problemen zorgt. Daarnaast kunnen bij dieren, door de vorm van hun schedel of de plooien in hun huid, de aanzet van de oogleden niet goed zijn waardoor er vaker problemen ontstaan.
Als de oogleden te veel naar buiten hangen (ectropion), zorgt dit makkelijk voor infecties van het oog. Dit kan chirurgisch gecorrigeerd worden. Dat kan ook bij oogleden die te veel naar binnen krullen (entropion) en daardoor voor irritatie op het hoornvlies zorgen.
Als traanbuizen niet naar behoren functioneren, kunnen we deze proberen te spoelen.
Als er een dier met oogproblemen komt, dan zullen we eerst een oogonderzoek uitvoeren en willen we ook weten of er andere klachten zijn behalve het oog. Als er iets achter het oog speelt of de druk in het oog is te hoog, dan zal uw dier daar ziek van kunnen zijn en zich terug trekken omdat hij of zij hoofpijn heeft en wellicht ook minder eten.
Het oogonderzoek doen we met een speciale lamp en bij verdenkingen van problemen met het hoornvlies zullen we een speciale kleurstof in het oog doen om hoornvliesbeschadigingen goed in beeld te krijgen.
Het slijmvlies van het oog controleren we ook altijd. En als er reden toe is, zullen we de traanproductie ook gaan meten. Als het oog erg pijnlijk is (bijvoorbeeld omdat er iets ingekomen is) dan kunnen we het oog lokaal verdoven zodat het onderzoek beter plaats kan vinden en uw dier minder ongemak ervan heeft.
De bandeling kan divers zijn en hangt ervan af wat er uit het oogonderzoek gekomen is. Soms is een zalf voor het oog voldoende en soms kan het nodig zijn dat er aanvullende medicatie nodig is.
Samenvattend
- Bij knijpen, veel tranenvloed, roodheid, zwelling of het zichtbaar zijn van het derder ooglid, moet het oog nagekeken worden.
- Sommige oogproblemen kunnen rasgebonden en aangeboren zijn.
- Een oogonderzoek is nodig om een goed beeld te hebben van wat er speelt met het oog.
Plasproblemen
Plasproblemen uiten zich bij huisdieren door veel aandrang om te plassen terwijl er niets of maar druppeltjes urine uitkomen. Huisdieren kunnen ook veel gaan likken in die regio doordat ze last hebben.
Bij katten is het soms lastig te achterhalen of ze nu last hebben van plassen of van poepen omdat ze dan in dezelfde houding in de kattenbak zitten. Door de kattenbak goed schoon te maken, kunt u wel controleren of er wat gedaan is als uw kat op de kattenbak is geweest.
Een dier dat probeert te plassen terwijl er niets uitkomt, moet op korte termijn gezien worden. Dat betekent dezelfde dag nog. Men name reuen en katers hebben een smalle plasbuis en daardoor kunnen ze makkelijker verstopt raken. Een verstopping van de plasbuis is een levensbedreigende aandoening en moet zo snel mogelijk verholpen worden.
Plasproblemen kunnen verschillende achterliggende oorzaken hebben. Een urineonderzoek is een essentieel onderdeel van het opwerken van plasproblemen. Daarom adviseren wij vaak telefonisch al om, als het lukt, urine op te vangen voordat u met uw huisdier langs komt zodat we de urine direct na kunnen kijken. De urine zo vers mogelijk langsbrengen, geeft het betrouwbaarste resultaat.
Daarnaast zal uw dier helemaal nagekeken worden en de buik goed nagevoeld worden. Afhankelijk van wat er uit het onderzoek komt, zal en therapie ingezet worden of kan het nodig zijn om verder onderzoek uit te voeren. Verder zullen we met u bespreken wat u aan afwijkend plasgedrag ziet.
Aanvullende onderzoeken van de blaas kunnen zijn: een echo van de blaas of een röntgenfoto. Tijdens een echo prikken we soms nog urine aan zodat dit steriel is en op kweek gezet kan worden als dit nodig is.
Het kan ook nodig zijn om het voer van uw huisdier te gaan veranderen als blijkt dat de zuurtegraad van de urine niet goed is of er kristallen in de urine aanwezig zijn.
Samenvattend
- Vermoed u dat uw dier niet kan plassen, neem dan direct contact met ons op.
- Als uw dier moeite heeft met plassen maar er komt nog wel urine, probeer dit op te vangen en mee te nemen naar het consult.
Braken diarree
Een huisdier dat braakt of aan de diarree is, zullen de meeste huisdiereigenaren wel eens mee te maken hebben gehad. Het ene dier is er veel gevoeliger voor dan het andere dier. Soms is het van korte duur en is behandeling niet eens nodig, als de klachten langer dan 12 uur aanhouden is het verstandig om ernaar te laten kijken. Als de klachten heftig zijn, dan kan het verstandig zijn al eerder naar uw dier te laten kijken.
Braken is een prikkel die vanuit de hersenen kan komen of van het maagdarmstelsel. Bijvoorbeeld bij wagenziekte komt het vanuit een prikkel van de hersenen, maar als uw dier iets geks heeft gegeten dan komt de prikkel voor het braken vanuit het maagdarm stelsel. Als een dier langskomt met klachten van braken dan bespreken we vaak hoe het braken eruit ziet omdat ons dat meer informatie geeft waar het probleem kan zitten. Daarnaast willen we weten hoe het braaksel eruit ziet en hoe vaak het gebeurd. Ook willen we weten of uw dier rare dingen kan eten, bijvoorbeeld van straat of juist thuis speelgoed kapot eet of sokken of andere dingen interessant vindt.
Vervolgens zullen we uw dier goed na gaan kijken en de buik goed navoelen. Afhankelijk van wat daaruit komt zullen bespreken of we symptomen moeten gaan behandelen of dat het verstandiger is om verder te gaan kijken met aanvullend onderzoek (denk daarbij aan bloedonderzoek, echo buik of röntgenfoto’s).
Diarree kan voorkomen samen met braken als het hele maagdarmstelsel mee doet. Dit kan tal van oorzaken hebben. We zien vaak braken en diarree door virussen, dit gaat vaak vanzelf over maar toch moeten we dieren regelmatig helpen met medicatie om te zorgen dat ze niet uitgedroogd raken.
Diarree kan ook door vele andere oorzaken komen, denk hierbij aan bijvoorbeeld worminfecties, voedselintolleranties, allergieën, voedselvergiftiging (dit risico is hoger bij dieren die vers vlees te eten krijgen), gistenovergroei, vitamine tekort, bijnierproblemen, alvleesklierproblemen. Een ontlastingsonderzoek kan nodig zijn, vaak is voor een betrouwbaar resultaat het nodig om ontlasting van 3 dagen te verzamelen omdat verschillende parasieten niet continu uitgescheiden worden en gemist kunnen worden als we ontlasting van 1 dag nakijken. Daarnaast kan het nodig zijn om bloedonderzoek in te zetten.
Zijn de klachten mild dan kan een licht verteerbaar voer en voedingssupplement voldoende zijn om de darmen weer te laten herstellen.
Ziet uw bloed bij het braaksel of de diarree, vergeet dit dan niet te noemen tijdens het consult. Als ontlasting zwart is van kleur, betekent dat vaak ook dat er bloed bij zit.
Samenvattend
- Bij braken en diarree is er risico op uitdroging, houden de klachten langer dan 12uur aan, laat uw dier dan nakijken.
- Als de klachten heftig zijn, kom dan eerder.
- Ontlasting verzamelen is altijd nuttig, maar bij een ontlastingsonderzoek is ontlasting van 3 dagen nodig om geen dingen te missen bij het onderzoek.
- Controleer bij braken en diarree altijd of er bloed bij het braaksel of de diarree zit.